De Alfa Romeo Stelvio heeft een kleine update gekregen, zoals wij eerder al berichtten op onze site. We konden tijdens een korte introductie even proeven aan deze nieuwe oud bekende, dat zonder verrassing natuurlijk naar meer smaakte. Dus toen Alfa Romeo ons liet weten dat er een nieuwe Stelvio beschikbaar was voor een uitgebreide rijtest, besloten we het goed aan te pakken. Wij namen deze heerlijk sturende SUV mee naar een plek waar we ‘m eens echt goed konden testen: de Alpen en Dolomieten; met een kleine verrassing aan het einde.
De update
Even kort samenvattend, de update van de Stelvio behelst wat uiterlijke kenmerken, voornamelijk aan de voorzijde met nieuwe lichten, grille en bumper, en een nieuw, digitaal dashboard. Technisch bleef de SUV hetzelfde, zij het dat hij alleen nog maar leverbaar is met een 2,0-liter 280 Q4 of de waanzinnige Quadrifoglio met 510 pk. Wij kregen een zeer fraaie, grijze 280 pk Veloce mee. Dat betekent dus 280 pk en 400 Nm, gekoppeld aan een 8-traps automaat met aandrijving op alle vier de wielen. Dat is genoeg voor een top van 230 km/u en een 0-100 sprint van 5,7 seconden.
Snelweg
De weg richting de bergen leggen we zo snel mogelijk af over de Duitse Autobahn, een prima gelegenheid om de Stelvio te beoordelen als reisauto. Daarbij valt meteen op dat, ondanks de sportieve inborst, deze SUV ruim voldoende comfort biedt op de langere afstanden. Dat hij daarbij ontzettend koersvast is, ook op zeer hoge snelheden, biedt veel vertrouwen en rust. Zonder inspanning leggen we grote stukken met gemiddeld 180 km/u af.
De Stelvio is voldoende ruim, zeker voor de passagiers op de eerste zitrij. De sportstoelen zitten buitengewoon lekker, zelfs na een hele dag rijden. Het enige wat tegenvalt, is het verbruik als je stevig doorgast. Je komt dan al snel uit op of onder een gemiddelde van 1 op 10.
De eerste bergen
Na een dag rijden, verschijnen in de verte dan eindelijk de met sneeuw bedekte toppen van de Alpen. Rechts afslaand voor München, nemen we meteen de eerste pas, de Fernpas. Met 1.212 meter hoogte is dit slechts een voorproefje van wat komen gaat, maar al direct merken we dat de Alfa Romeo zich hier veel meer thuis voelt dan de drukke wegen rondom onze hoofdstad. De bochten rijgt hij als vanzelf aan elkaar en al veel te snel staan we in Oostenrijk.
Via een kort stukje snelweg en de Brennerpas, bereiken we Italië, waar we linksaf, de SS49 op rijden. We overnachten namelijk in het ‘Zonnedorp’ van Tirol, Terenten/Terento. Na een klein, maar buitengewoon mooi stukje met zo’n twintig haarspeldbochten, bereiken we dit typische bergdorpje. Na een flinke Wienerschnitzel en natuurlijk Apfelstrudel na, leggen we ons ten ruste, vooruitkijkend naar de komende dagen.
Hoogtepunten
De volgende dag bezoeken we enkele van de hoogtepunten in deze regio. Na een blik op het wonderschone Lago de Braies, die met zijn smaragdgroene, heldere water jaarlijks honderdduizenden bezoekers trek, gaan we richting de mooiste bergtoppen: de beroemde Drei Zinnen/Tre Cime di Lavaredo. De weg ernaartoe voert ons door een natuurreservaat met dezelfde naam en is een van de mooiste landschappen waar wij ooit doorheen reden. Prachtige naaldboomwouden omgeven helderblauw-groene bergmeren en rondom steeds de hoge toppen van de Dolomieten.
Dan slaan we linksaf de weg in, die ons naar de genoemde toppen zal brengen. In de verte zien we het asfalt zich tegen de bergen omhoog slingeren, en…de weg is volkomen leeg. Met de DNA-knop zetten we Stelvio in zijn meest sportieve stand, de stoel gaat iets rechterop en daar gaan we. De Alfa is nu een stuk feller en met rasse schreden komt de eerste haarspelbocht tevoorschijn. Hard afremmen, want een te hoge snelheid kan leiden tot onderstuur, en halverwege de bocht het gas er weer vol op. Alle vier de banden grijpen zich in het asfalt en we knallen door de versnellingen heen, voordat de volgende bocht al weer opduikt. Hoe mooi ons kikkerlandje ook mag zijn, dit zijn de wegen waar je echt kunt autorijden. Na een klein kwartier, de meeste mensen doen er twee keer zo lang over, komen we bij een meer waar we de Drei Zinnen nog net kunnen zien verdwijnen in de mist.
Na een verkwikkende lunch en wat saai heen en weer rijden voor de fotografie, duiken we minstens zo hard de berg weer af. De tank is dan inmiddels wel heel erg leeg, dus de rest van de weg moeten we rustiger aan doen. Het dichtstbijzijnde tankstation is nog zo’n 20 kilometer. En ook dan ontwaart de Stelvio zich als een heerlijke reispartner. Doordat we iets kalmer aan doen, valt ons ook meer op, zoals een begraafplaats voor militairen uit de Eerste Wereldoorlog. We rijden namelijk vlak achter de Oostenrijkse linies. Een kort bezoek op deze betoverende plek doet ons weer herinneren aan het feit waarom men hier liever Duits dan Italiaans spreekt. Via een diner in het fraaie wintersportstadje Bruneck, komen we weer aan in ons Zonnedorp.
Op de Stelvio met de Stelvio
We hebben helaas niet veel tijd, dus bij het ochtendkrieken moeten we al weer denken aan de route voor de terugreis. En ja, wellicht niet geheel origineel, maar wel leuk, besluiten we de pas op te zoeken, waar onze fijne Alfa Romeo zijn naam aan dankt: de Stelviopas. Na een toeristische rit door voornamelijk appelgaarden, slaan we linksaf, richting Stelvio. En niet ver daarna begint deze wereldberoemde pas. Direct valt op hoe ontzettend smal de weg is én hoe groot de draaicirkel van de Alfa Romeo Stelvio eigenlijk is. Het betekent goed opletten bij de haarspeldbochten, want anders rijden we pardoes op de verkeerde weghelft.
Na een klein half uur laten we de boomgrens achter ons en begint het beroemdste stuk. Voor ons zien we door het panoramadak een steile wand, recht omhoog, met daaraan vastgeplakt een smalle weg. En, dit is helaas vaak het geval hier, tientallen wielrenners en nog veel meer motorrijders, die zich een weg omhoog, of angstig een weg omlaag zoeken. Hoewel de Alfa Romeo prima zelf schakelt, besluiten we toch de flippers te gebruiken en hoewel we de versnellingsbak al wat jaartjes kennen, blijft verbazen hoe soepel en snel deze werkt. Na een onvoorstelbare hoeveelheid krappe haarspeldbochten, komen we dan uiteindelijk bovenaan. Daar heerst vooral een soort Eftelinggevoel. Tientallen kraampjes met toeristische snuisterijen, snackbars en vooral heel veel mensen. Een snelle bratwurst en dan rap weer verder.
De mooiste passen
In plaats van de pas ook af te rijden, slaan we rechtsaf Zwitserland in, de Umbrailpas. En hier begint het plezier pas echt. Minstens net zulke mooie bochten als de Stelvio alleen dan volkomen leeg. Met zijn naamgenoot in onze rug, mag de Alfa weer aan het werk. Wat een genot om het nagenoeg perfecte onderstel op deze locatie te mogen uitproberen. We hebben het vaker gezegd, maar we doen het voor de zekerheid nogmaals: de Stelvio blijft de best sturende SUV die te koop is. Niet dat andere niet minstens zo hard de berg af kunnen, maar de Alfa Romeo doet dit zonder een overload aan elektronische en computergestuurde hulp. Gewoon een goed onderstel en goede techniek. Ouderwets briljant.
Via de korte Ofenpas komen we in het oudste natuurpark van de Alpen, het Zwitserse Nationale Park, of zoals het in het lokale Retro-Romaans heet, Parc Naziunal Svizzer. Als u van ongerepte Alpennatuur houdt, is dit een plek waar u ooit geweest moet zijn. Een gladde weg slingert zich door wouden en langs rivieren met niets anders dan natuur. Geen huis, geen bovenleidingen, niets. Genieten! We kijken op ons horloge en zien dat er nog net tijd is voor één extra bergpas, die uiteindelijk de mooiste blijkt te zijn: de Flüelapas. Iets meer dan twaalf kilometer lang brede wegen met alle vormen van bochten, van haarspeld tot langzaam glooiend, ideaal voor de ware autoliefhebber. En met zijn 2.400 meter niet eens zoveel lager dan de Stelvio (2.758 meter). Beneden de Flüelapas is het tijd voor wat eten en de nodige rust. Maar wat een dag rijden!
Op dit punt laten we ons reisverhaal eindigen. De terugreis verliep snel en is het vermelden niet waard. Niet omdat de Alfa Romeo Stelvio niet zijn best deed, hij heeft namelijk de gehele reis geen enkele steek laten vallen, maar omdat het zo verdrietig is als een dergelijke roadtrip eindigt.
Conclusie
Van de update van de Stelvio merk je eigenlijk weinig en dat is louter positief bedoeld. Het is en blijft een van onze allergrootste favorieten die comfort met een enorme dosis échte sportiviteit mixt. En hadden we al gezegd dat we ‘m ook nog eens heel erg mooi vinden? De enige vraag die ons rest: waar gaat de volgende reis naartoe?